Media en wetenschappelijke onzekerheid

Gister was er een interessant programma op Ned 3. Ze lieten de documentaire ‘The great global warming swindle’ zien, een tegenreactie op ‘The inconvenient truth’, en daarna een discussie. Discussie werd een beetje slecht geleid door Jort Kelder en die Netwerk-man, maar toch was het interessant. Conclusie was dat beide documentaires vooringenomen zijn en dat ze sommige wetenschappelijke bevindingen zodanig presenteren dat het in hun voordeel werkt. Andere conclusie was dat de wetenschappers het ook niet zeker weten.
Het is heel logisch dat wetenschappers het niet zeker weten, want het klimaat is ongelooflijk complex en het is dus heel moeilijk om te bepalen wat de oorzaken van de huidige klimaatverandering zijn. Er wordt een heleboel onderzoek gedaan, maar onderzoeksresultaten kan je vaak op verschillende manieren (volgens verschillende theorieën) interpreteren.

Sterker nog, wetenschap heeft altijd een fundamentele onzekerheid: theorieën kunnen nooit bewezen worden. Je kan er wel veel argumenten voor aandragen in de vorm van onderzoeksresultaten, maar je weet nooit Zeker of een theorie klopt. Ik ben er bijvoorbeeld vrij zeker van dat als ik een pan water op het vuur zet, dat het water dan op een gegeven moment gaat koken, maar wie weet gebeurt het een volgende keer niet, vanwege een nog niet ontdekte kracht die eens in de miljoen jaar in mijn keuken voorkomt. Je kan dat nooit bewijzen.

De enige zekerheid die de wetenschap biedt, is dat je wèl kan bewijzen dat een theorie (of eigenlijk een hypothese) níet klopt. Bijvoorbeeld: ik heb de hypothese dat altijd als water kookt, dat het dan paars van kleur wordt. Deze hypothese kan je makkelijk falsificeren.

Maar wat kan een beleidsmaker met wetenschappelijke onzekerheid? Op basis van twijfel kan je geen belangrijke beslissingen nemen. Moeten we CO2 onderaards gaan opslaan? Moet er een kerncentrale bij worden gebouwd? De wetenschappers waren het er echter wel over eens dat een omschakeling van fossiele naar alternatieve brandstoffen sowieso wenselijk is, omdat fossiele brandstoffen opraken.

En dan de media. Die moeten proberen de gemiddelde Nederlander te informeren over de oorzaken van klimaatverandering en wat we daaraan moeten/kunnen doen. Dat vond ik zo irritant aan hoe het debat werd geleid. Jort en de Netwerk-man bleven maar in hun ‘Jan met de Pet’-rol om eenduidige conclusies vragen: “Dus jij denkt dat het klimaat door de mens verandert?”. Antwoord: “Waarschijnlijk”. Daar konden ze niet goed tegen.

De media zou eens een spoedcursus wetenschapsleer moeten uitzenden. Of eigenlijk moet dat een verplicht onderdeel van de middelbare school worden. Elke Nederlander zou de beperkingen van de wetenschap moeten kennen.