Opfokken

Met mijn fiets op de stoep van de steenstraat stond ik stil om mijn net gekochte koek zo in mijn hand te schikken dat ik hem lopend op kon eten. Het bleek dat een jongen en zijn vriendin net op dat moment langs mij probeerden te lopen. Echter blokkeerde ik hen de weg door a) stil te staan en b) weer te gaan lopen toen zij mij bijna gepasseerd waren.

Dit was voor de jongen aanleiding om met veel ingehouden agressie tegen mij uit te vallen. Ik lachte en zei dat ik niet bang voor hem was (we liepen immers in een drukke winkelstraat). Hij werd hier heel opgefokt van, maar besefte dat hij inderdaad niks kon doen. Dit gaf mij enorm veel voldoening. Ik beaamde ook nog zijn uitspraak dat ik wel bang zou zijn in “een donker steegje”. “Klopt!”, riep ik hem nog na, toen hij dit tegen zijn vriendin herhaalde.

Zeker teveel testosteron; ga toch lekker sporten man.