Honger

Mijn nichtje en ik zaten in het knutselhuis van bouwspeelplaats ‘Het Landje’ in het Amsterdamse Rembrandtpark. Links tegen de muur was een houten rek met kleurplaten op sheets. Een handgeschreven brief op het rek las: “Honderd kinderen maken elke maand gebruik van de overtreksheets. Een sheet kan duizend keer worden overgetrokken. Geen sheets mee naar huis nemen. Ze zijn eigendom van het Landje.” We zaten aan een witte, metalen tafel met lichtbakken en gaten voor pennen en stiften.

Het knutselhuis had een klein keukentje met een bar ervoor. Een man zat op een barkruk en in het keukentje stond een jongen. De jongen had ons macaroni in plastic bakjes gegeven. Het was prettig om iets warms te eten nadat we noest hadden gebouwd in het natte en koude weer.

Twee mollige meisjes duwden pontificaal de deur open en liepen naar de bar.

“We willen macaroni.”

De jongen schudde z’n hoofd.

“We hebben honger!”

Hij gaf niet toe. Ik zei: “Misschien moet je alsjeblieft zeggen”. De man en de jongen gaven me tegelijkertijd een knipoog.

Met een allerliefste stem zei het meisje toen: “Appie, mag ik alsjeblieft wat macaroni?”