Domme televisie

Ik ben fan van de stele van Hammurabi. Dit is een manshoge gepolijste steen met spijkerschrift en een reliëf uit de 18e eeuw voor Christus. De tekst is een wettekst die een boeiend inkijkje geeft in de Mesopotamische wereld van die tijd. Behoorlijk bruut trouwens. Oog om oog, tand om tand. Ik stond tegenover deze indrukwekkende steen in het Louvre in Parijs. Hij staat ook in Jansons’ kunstgeschiedenisboek. Ik word heel blij van dat boek.

Maar ik lees het niet. Gisteravond niet althans. Nee, gisteravond keek ik televisie. Ik kijk best wel vaak televisie. Damages met Glenn Close en daarna een melige realityserie over singles die zichzelf te goed vinden voor iedereen en daarom geen partner vinden. Zelfs zo’n realityserie vind ik oprecht interessant. Menselijke interactie en psychologie. Maar is het niet zinvoller om mijn brein te vullen met kunstgeschiedenis? Moet ik niet strenger zijn en lezen en leren en schrijven?

Wat maakt het eigenlijk uit. Als ik een keer in een museum ben geweest, vraag ik mij soms af of dit nou een zinvolle activiteit was.

Werk is de boosdoener zou je kunnen denken. Zonder werk had ik de tijd om boeken te lezen en me te ontwikkelen. Eénmaal in mijn leven had ik echt die tijd. Tijdens het laatste jaar van mn studie heb ik een poos rustig aan gedaan. Hoe gebruikte ik die tijd? Ik verloor mezelf steeds in een of ander onbenullig onderwerp. Ik heb de extended DVDs van Lord of the Rings uittentreure bekeken en bracht veel tijd door op een forum over de filosofie achter de Matrix trilogie. Ook zocht ik uit welke bedrijven achter de merken in de supermarkt zitten. Veel Unilever.

Werk kan ik niet de schuld geven. Gebrek aan ambitie en discipline, gemakzucht. En ik gun mezelf die karaktertrekken vrij ruimhartig. Maar word ik daar gelukkig van?