Nieuwendammerdijk

Vier jaar terug fietsten Jeroen en ik door de Nieuwendammerdijk, een heel pittoresk oud straatje in Amsterdam-Noord. De zon scheen, houten huisjes, alles groeide en bloeide, er vlogen vlinders, kinderen dartelden lachend achter elkaar aan, iedereen die er woonde was altijd intens gelukkig. Er stond een huis te koop. Op een snoezig bruggetje tuurden Jeroen en ik naar Funda op zijn telefoon. De prijs was haalbaar. Onze harten begonnen sneller te bonzen.

Tuurlijk, er moest flink gerenoveerd worden, maar dat kan je ook in fases doen. Hoe erg kan het zijn?

Een week later stonden we met twintig andere geïnteresseerden in het huis. Het was donker, de muren waren van bordkarton, de vloeren waren schots en scheef, de badkamer was een klein douchehok. Het begon tot mij door te dringen wat flink renoveren inhoudt.

De vele geïnteresseerden schuifelden vertwijfeld door het huis. Een stoere Amsterdamse aannemer vertelde me dat je hier voor minstens een ton in moest steken. Ik knikte met m mee alsof ik iets van verbouwen wist. Ze gingen het huis bij inschrijving verkopen, wat de prijs flink kan opdrijven. Alle geïnteresseerden doen dan tegelijk een bod, waarna het huis aan de hoogste bieder verkocht wordt.

Wijselijk lieten wij dit risicovolle avontuur aan ons voorbij gaan. Een jaar later betrokken we een geheel gerenoveerd appartement. ’s Avonds tik ik intens gelukkig de verwarming naar 20° op een waterpas vloer.