Gevestigde belangen
Tot mijn frustratie gaan de gevestigde belangen al een decennium niet op de schop. Waar crises andere landen tot hervormingen dwingen, blijven achtereenvolgende regeringen in Nederland krampachtig vasthouden aan regelingen die een hypotheek leggen op de toekomst. De jongere generatie draait voor deze lafheid op. De jongeren draaien op voor de inflexibiliteit van de arbeidsmarkt en van de huizenmarkt. Oudgedienden zijn zo duur om te ontslaan dat werkgevers zich wel twee keer achter het oor krabben om nieuwe vaste contracten uit te delen. De roep om beperking van de hypotheekrenteaftrek is steeds consistenter, luider en eendrachtiger. Economen en zelfs belangenorganisaties van de sector zien dat de stagnatie op de huizenmarkt geen belang heeft bij verder uitstel van deze onvermijdelijk geworden ingreep. De meerderheid van de Nederlanders zien inmiddels in dat in deze kwestie uitstel niet meer zal leiden tot afstel. Laten we deze bitter pil sooner rather than later slikken.
Daarnaast is jaren achtereen bezuinigd op onderwijs. Studenten nemen massaal een bijbaan om normaal te kunnen leven. De tijd die ze zouden moeten besteden aan hun studie weggegooid in het callcenter. Ze halen desondanks hun papiertje door hard te werken, maar helaas vaak ook omdat het niveau van sommige onderwijsinstellingen een dieptepunt heeft bereikt. Kwantiteit boven kwaliteit. Eenmaal op de arbeidsmarkt blijken hun vaardigheden onvoldoende. Basisscholen kampen met ongezonde, verouderde gebouwen. Middelbare scholen hebben moeite geschoold personeel te vinden. En steeds vindt kabinet na kabinet het nodig te bezuinigen in deze sector. Zijn we daar beter van geworden? Nee, natuurlijk niet. In dit nrc-artikel uit 2011 staat: “De kwaliteit van het Nederlandse basis- en voortgezet onderwijs daalt al jaren. Nederland staat volgens gezaghebbende lijst Programme for International Student Assessment (PISA) op geen enkel terrein meer in de top tien. In 2009 stond Nederland nog op de tiende plaats.”
De macht van het getal
In Nederland vormen de babyboomers een groot cohort:
De dikke bult in de bevolkingspyramide zijn mensen geboren tussen 1947 en 1971. Zij zijn nu 41 tot 65 jaar oud. Volgens de CBS bevolkingscijfers uit 2011 vormen zij al bijna de helft van het electoraat en ruim de meerderheid samen met 65+:
- Cohort geboren tot en met 1946 20%
- Cohort geboren tussen 1947 en 1971 45%
- Cohort geboren tussen 1972 en 1993 35%
Hoe stemmen zij? Dat is niet helemaal goed vast te stellen, omdat CBS de leeftijdscategorieën per tien jaar heeft vastgelegd. Het volgende diagram toont de leeftijdsverdeling per partij voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2010:
Duidelijk is dat partijen die de hypotheekrenteaftrek (CDA) of het ontslagrecht (PvdA, SP) niet willen veranderen een relatief grotere aanhang bij ouderen hebben. Het CDA heeft wat betreft de hypotheekrenteaftrek inmiddels een ander standpunt ingenomen, maar wat dat precies inhoudt, zullen we waarschijnlijk pas bij de volgende verkiezingen ontdekken. Het valt me trouwens ook op dat er grote verschillen zijn tussen 18-25 en 25-35, bijvoorbeeld bij VVD en PVV.
G500
Eindelijk is er een levensvatbaar initiatief dat het gebrek aan vooruitgang op deze punten gaat aanpakken. Eindelijk heeft iemand een slim idee bedacht om verandering teweeg te brengen. Het slimme idee houdt in: maak 500 jongeren (<35 jaar) lid van de partijen die in ons coalitieland altijd aan tafel belanden: CDA, PvdA en VVD, agendeer de gevestigde belangen en forceer standpuntwijzigingen door de macht van het getal 500. Op congressen verschijnen namelijk niet alle tienduizenden leden, maar slechts zo’n 750 tot 1250.
Ik ben vandaag lid geworden en hoop dat we een doorbraak kunnen forceren!