Serieuze modus, met krant en alles

Sinds ik internet op m’n mobiel heb ontdekt, lees ik in de trein mails, blogs, de krant en Wikipedia of, zoals laatst, de gruwelijk slechte reviews van de film ‘Did You Hear About the Morgans?’ met Hugh Grant en Sarah Jessica Parker op imdb.com (Oe! Leedvermaak!). Het concept ‘oneindig veel informatie die aan elkaar gelinked is’ blijkt ook op een scherm van 3 bij 2 centimeter succesvol.

Zo ben ik erachter gekomen dat de New York Times een geweldige krant is. De snelle opkomst van China als grote economische macht komt daar prominent aan bod. Ik ben zeer benieuwd wat deze ontwikkeling teweeg gaat brengen (zie ook mijn blog not-so-noughties). Zullen de Verenigde Staten nederiger worden? Zal in de westerse wereld het idee dat democratie de superieure machtsvorm is, genuanceerd worden (cultureel relativisme)? Ik denk dat dat onwaarschijnlijk is; de Universele Rechten van de Mens zouden niet onderhevig moeten zijn aan de heersende economische macht en democratieën zijn voorzover ik weet de staten waarin deze rechten het beste gewaarborgd zijn. Wel komt men terug op de veronderstelling dat democratisering nodig is om een land economisch te laten floreren.

Ik ben ook benieuwd hoe Europa op de opkomst van China gaat reageren. De Eurozone is in weze de grootste economische macht op dit moment. Groter dan de VS. Europa kapitaliseert deze macht echter niet door gebrek aan samenwerking. ‘Vrij verkeer van diensten’ is op dit moment vooral op papier mogelijk. Het langzaamaan gelijktrekken van nationale regelgeving en procedures zou de belemmering van de nationale grenzen opheffen. Invoeren van het Engels als tweede taal zou een andere belangrijke hobbel wegnemen. De souvereine democratische staten laten zulke verregaande maatregelen niet toe. Amerika heeft wat dat betreft een groot voordeel in het feit dat de Amerikaanse cultuur er een is met weinig historie en diepgang. Amerikanen zijn als los samenhangend zand dat makkelijker samenwerkt dan de Europeanen die door eeuwen van oorlogen en conflicten vastgeklonken zijn in hun eigen staatjes. Ik vraag me weleens af of de onderlinge verschillen niet veel groter lijken dan ze daadwerkelijk zijn. Veel grenzen binnen Europa zijn totaal arbitrair en door toeval tot stand gekomen. Ik zal het misschien niet meer meemaken, maar ik ben wel benieuwd naar de Verenigde Staten van Europa, waarin culturele verschillen verworden tot regionale verschillen.

China kan met zijn centraal gestuurde eenpartijstelsel veel makkelijker moeilijke beslissingen nemen die het volk als geheel op de lange termijn ten goede komt, waarbij rücksichtslos wordt omgegaan met het lot van individuen. De grote vraag is wanneer de groeiende middenklasse van de Chinese bevolking hiertegen in opstand komt. De Chinese machthebbers zijn slim en houden de middenklasse zo tevreden mogelijk, net als democratisch gekozen politici, maar er is een grens aan de vrijheid die ze hun onderdanen kunnen permitteren, willen ze het systeem in stand houden.

Ten slotte is het ook interessant om te volgen of andere ontwikkelingslanden het Chinese model kunnen repliceren. China’s honger naar grondstoffen heeft Chinese bedrijven al doen uitwijken naar Afrikaanse landen. Hopelijk zullen deze landen van de samenwerking profiteren. Het feit dat de Chinezen, in tegenstelling tot de Europeanen, niet proberen de landen waar ze te komen ’te helpen’, maakt het waarschijnlijker dat deze landen ermee geholpen worden.